Cabo de Gata is een kaap, gelegen in het zuidoosten van Spanje. Het behoort tot de Andalusische provincie Almería en werd in 1999 erkend als Geopark door de UNESCO. De Griekse astronoom en geograaf Ptolemaeus (87-na 150) verwees er in zijn geschriften naar als Charidemou Acra. Later benoemt Avianus (een latijns dichter uit de vierde eeuw) het in zijn Ora maritima als Iugum Veneris (kaap van Venus). Om deze godin te vereren heeft er in die periode een tempel gestaan.
Woestijnlandschap in Cabo de Gata
Volgens de overlevering dankt de Arrecife de las Sirenas, getoond op de foto hierboven, zijn naam aan zeelieden die de kreten van de monniksrob, vroegere bewoner van deze rotsen, verwarden met het gezang van de zeenimfen (sirenas in het Spaans). Het zijn vulkanische schoorstenen in de vorm van rotspartijen.
Sinds 2019 maakt het historische centrum van het plaatsje Níjar deel uit van de Vereniging Mooiste Steden van Spanje. Hierboven een foto van de uitkijktoren.
Níjar is tevens bekend vanwege zijn aardewerk.
In Los Escullos, een dorpje dat volgens een telling in 2008 slechts 62 inwoners heeft, werden enkele films opgenomen. Het staat op gefossiliseerde (versteende) duinen.
In Los Escullos staat het fort San Felipe, dat in 1764 werd gebouwd. Het is een van de negen forten die de toenmalige Spaanse koning Karel III tussen Almería en Málaga liet bouwen van Almería om een aanval van Berberpiraten te voorkomen.
Hierboven is te zien hoe het fort op een gefossiliseerde duin staat.
Een uitzicht op gefossiliseerde duinen in Los Escullos
El Playazo, één van de vele stranden langs de kust van Cabo de Gata.
Aan de noordkant van El Playazo staat de San Ramón-batterij, een fort in Renaissancestijl met vier kanonnen. Net als het fort San Felipe werd het gebouwd in 1764. Heden ten dage is het ingericht als privéwoning.
Las Salinas zijn wetlands of moerassen, die al sinds Romeinse tijd worden geëxploiteerd voor de zoutwinning.
Ze herbergen tevens een grote verscheidenheid aan planten- en diersoorten, waarvan er vele endemisch zijn of met uitsterven bedreigd worden.
Ook is het een rustgebied voor trekvogels, waaronder flamingos.
Na een periode van neergang kwam in 1904 de zoutwinning hier opnieuw tot bloei met winsten, die ervoor zorgden dat drie jaar later voor de arbeiders een kerkje gebouwd kon worden.
De Inmaculada-kerk in Rodalquilar werd in de jaren '50 gebouwd.
La Isleta del Moro heeft haar naam te danken aan Berberse piraten, die hier in vroege tijden hun toevlucht zochten.;
Boten in La Isleta del Moro
In San José staat één van de vier Molinos del Collao, die in 1850 werden gebouwd voor de vervaardiging van tarwemeel en waarvan er intussen nog drie zijn overgebleven. Dit soort molens zijn cirkelvormig, met een muur van ongeveer een meter dik die naar boven toe taps oploopt. Ze staan op een hoogte van ca. 300 meter (collado), zodat ze goed de wind uit zee kunnen 'vangen'.
Het strand Playa de los Genoveses heeft haar naam te danken aan een landing van een leger uit Genua, in de 12de eeuw bondgenoot van koning Alfons VII van Leon in zijn strijd tegen de moslims. Op dit strand bleven de soldaten gedurende twee maanden bivakkeren alvorens tot de aanval over te gaan. Sindsdien is de vlag van de stad Almería dezelfde als die van de Italiaanse stad.
Een zee van plastic. In 2022 produceerde Almería tussen de 2,5 en 3,5 miljoen ton groenten en fruit, waarmee het een belangrijke leverancier is voor heel Europa.