Los Millares is een archeologische vindplaats van een ommuurde nederzetting, die bewoond werd in de Kopertijd (de periode van 3200 tot 2250 v.C.). Het ligt op een heuvel in de gemeente Santa Fe de Mondújar, ca. 25 km ten noorden van de stad Almería.
Volgens archeologen zou er in de omgeving -anders dan je van het huidige dorre klimaat zou verwachten- een bijna tropische vegetatie moet hebben gestaan. De twee rivieren, de Rambla de Huechar en de Rio Andarax die er samenvloeien, moeten dan ook beduidend meer water hebben vervoerd dan tegenwoordig, wat ook bij zal hebben gedragen tot een vochtigere lucht.
Men verbouwde er wijn en olijven en liet er in de (gang)graven met symbolen versierd aardewerk achter. Dit soort aardewerk werd ook gevonden in andere megalithische bouwwerken en koepelgraven.
Er zijn 80 koepelgraven met een kraaggewelf of een deksteen gevonden in ronde stenen grafheuvels van ca. 15 m. De kamers hebben met stenen geplaveide vloeren en muurschilderingen hebben en soms zijkamers van droog gestapelde stenen. Er zijn ook korte, lage gangen, vaak verdeeld in een gang en een portaal. Archeologen vermoeden dat ieder koepelgraf een afzonderlijke familie of clan toebehoorde.
De architectuur van de nederzetting vertoont overeenkomsten met die van Monte d'Accoddi op Sardinië.
