Pedraza (Segovia)

Pedraza is een ommuurd middeleeuws stadje in de provincie Segovia. Tegenwoordig staan er ongeveer 350 mensen ingeschreven. Het is vooral bekend vanwege zijn restaurants met als specialiteit lam bereid in houtovens. In 1951 werd het uitgeroepen tot 'Conjunto Histórico'.

Hoewel in de naam 'Pedraza' het Spaanse woord voor steen ('piedra') af te leiden is, denkt men toch dat het zijn wortels heeft in het Romeinse Pretaria. De eerste historische documenten gaan echter terug tot Fernando Gómez de Albornoz, opperbevelhebber van Montalbán, die op 10 juni 1369 door koning Enrique II van Castilië tot heer van Pedraza werd benoemd.

Later kwam dit heerschap in handen van de familie Herrera en aan het einde van de 15de eeuw ging het door een huwelijk tussen Blanca Herrera en Bernardino Fernández de Velasco over op die laatste familie. In de 16de eeuw heersten er o.a. de hertogen van Frías. In de 19de eeuw werd dit heerschap afgeschaft.

In de 16de en 17de eeuw kwam het stadje tot haar grootste bloei, onder meer te danken aan de export naar Noord-Europa van wol en ander textiel, wat vanwege zijn kwaliteit in staat was te concurreren met wat in Vlaanderen werd geproduceerd. Uit die periode dateren ook de meeste herenhuizen en andere gebouwen.

De zg. 'Puerta de la Villa' is de ook tegenwoordig nog enige toegang tot het stadje. De oorsprong ervan gaat terug tot de 11de eeuw. In de 16e eeuw werd het herbouwd onder Íñigo Fernández de Velasco, wiens wapen erboven getoond wordt. De deuren van de poort zijn gemaakt van zwart populierenhout.

Eeuwenlang was de poort 's nachts gesloten, zodat niemand naar binnen of naar buiten kon. Alleen in geval van nood werden ze dan geopend. De cipier van de gevangenis was verantwoordelijk voor het openen van de deur.

Het kasteel van Pedraza werd oorspronkelijk gebouwd in de 13de eeuw en in de 15de eeuw herbouwd door García Herrera. Aan het begin van de 16de eeuw renoveerden de hertogen van Frías het kasteel opnieuw, waarbij ze de grote verdedigingsmuur aan de donjon toevoegden en de buitenmuur uitrustten met geschutspoorten en een ophaalbrug, die tegenwoordig ontbreekt. Het kasteel heeft een strategische ligging, met aan de achterkant en het grootste deel van de zijkanten een diepe afgrond. Aan de voorkant bevindt zich een gracht.

In dit kasteel hebben tussen 1528 en 1530 twee zonen van koning François I van Frankrijk gevangen gezeten: kroonprins François III van Bretagne en zijn jongere broer, die later zou regeren als Henry II van Frankrijk. Ze waren door hun vader als gijzelaars overgedragen aan keizer Karel V, opdat hun vader zich aan het Verdrag van Madrid uit 1526 zou houden.

De kerk van San Juan Bautista (Johannes de Doper)


Het kerkplein met de toren van de kerk

Arcades met kolommen op het 'Plaza Mayor' (hoofdplein) van Pedraza

Zicht over het plein

Hierboven en onder vier vergezichten vanuit Pedraza






Curiositeiten
- Pedraza viert de eerste en tweede zaterdag van juli 'La noche de las velas' (De avond van de kaarsen). Dan wordt de openbare verlichting van het stadje uitgeschakeld en zijn overal in de straten, ramen, pleinen, tuinen en patio's aangestoken kaarsen te zien. De capaciteit van het stadje is dan beperkt. Meestal wordt er die avond ook een concert gehouden.
- Van 7 tot 12 september worden in Pedraza ter ere van de Maagd van Carrascal festiviteiten gehouden. Van bijzonder belang bij deze festiviteiten is de processie met het beeld van de Maagd op de 8ste, en het stierenrennen, dat op de 9de plaatsvindt.
- Er zijn twee legendes in het stadje, die de moeite waard zijn om genoemd te worden. De ene is de 'Legende van het kasteel'. Het vertelt het verhaal van twee verliefde jongeren uit de 13de eeuw, genaamd Elvira en Roberto, welke uitliep op de moord op de laatste door de graaf van het kasteel, Elvira's echtgenoot, door tijdens een openbare ceremonie een gloeiende metalen kroon op diens hoofd te plaatsen. Kort daarna pleegde Elvira zelfmoord. Sindsdien wordt er beweerd dat tijdens sommige nachten van het jaar twee figuren met een halo van vuur boven hun hoofden door het kasteel lopen.
De andere is de legende van 'El Tuerto de Pirón' (de eenogige Pirón). Die handelt over Fernando Delgado Sanz, een 'bandolereo' (bandiet), die in 1846 werd geboren in de naburige stad Santo Domingo de Pirón en rijke aristocraten, industriëlen en kerkvaders beroofde. Hoewel hij waarschijnlijk nooit iets deelde met de armen kreeg hij na zijn dood faam als een soort Spaanse Robin Hood. Daaraan heeft mogelijk bijgedragen dat hij gedurende zijn leven slechts één keer iemand schijnt te hebben gedood. Dat gebeurde tijdens een duel met een verrader van een andere bandietenbende.