Murcia is de hoofdstad van de regio Murcia. Het ligt aan de oevers van de rivier de Segura, op zo'n 46 km van de Middellandse Zee. Er is bewijs dat het in het jaar 825 werd gesticht in opdracht van Abderramán II, waarschijnlijk op een eerdere nederzetting van Romeinse oorsprong.
Zo zou het aanvankelijk de hoofdstad worden van de Kura van Tudmir. Later, in de 11de, 12de en 13de eeuw, zou het ook hoofdstad zijn van verschillende taifa-koninkrijken. Na de herovering door de christelijke koningen tussen 1243-1266 werd het opgenomen in de Kroon van Castilië als hoofdstad van het koninkrijk Murcia.
Sinds 1291 is het ook een stad met rechtbanken en een bisschoppelijke zetel.
Het meest emblematische gebouw van de stad is daardoor de kathedraal van Santa María, aan de Plaza de Belluga. De bouw ervan begon aan het einde van de 14de eeuw met gebruik van de oude hoofdmoskee of 'aljama', die eerder in 1266 al werd omgebouwd tot een christelijke tempel. Het toont verschillende architecturale stijlen, van gotisch, renaissance tot barok. De toren dateert bijvoorbeeld uit de 18de eeuw.
Door de oude stad heen zijn talloze kerken en kloostercomplexen te vinden. Eén van de belangrijkste monumenten is het klooster van Santa Clara la Real, gebouwd tussen de 15de en 18de eeuw. Daar bevinden zich de overblijfselen van de al-Qasr al-Sagir (Alcázar Menor), een 13de-eeuws Arabisch paleis waarvan het zwembad, de bloembedden en een deel van de noordelijke kamer zijn teruggevonden.
De kloostergang van Santa Clara.
Het Casino van Murcia dateert van 1847. Het bezit een weelderig interieur in verschillende stijlen, van een Arabische patio geïnspireerd op de koninklijke zalen van het Alhambra en de Reales Alcázares van Sevilla, een Romeins-Pompeiaanse patio, een prachtige bibliotheek met onder meer ruim 20.000 boeken en een prachtige neobarokke balzaal.
De 'Arabische patio'
De neobarokke balzaal (zie ook hieronder)
