Het nationaal park Timanfaya, op het Canarische eiland Lanzarote, heeft een vulkanische oorsprong. Er is nog steeds sprake van vulkanische activiteit, met hotspots aan het oppervlak die temperaturen bereiken van 100-120 °C en 600 °C op 13 meter diepte. In 1974 ontving het de hoogste beschermingsstatus.
Er zijn meer dan 100 vulkaankegels en 25 kraters, waarvan sommige emblematisch zijn, zoals de Montaña del Fuego, Montaña Rajada en de Caldera del Corazoncillo.
Binnen het park hebben vanwege hun unieke waarde in 1994 twee gebieden extra bescherming gekregen. Het gaat om het Islote de Halcones, een 'caldera' die ouder is dan de uitstoot van de historische lavastromen, die het omringen en 104 meter hoog zijn, en om het natuurmonument van de Montañas del Fuego, waar de belangrijkste kegels van het hele park zijn geconcentreerd, zoals de Montaña Timanfaya en het eilandje Hilario.
Bij de Canarische Eilanden ligt een keten van vulkanen die het nabijgelegen eiland Fuerteventura en Lanzarote met elkaar verbindt. Dit vulkanische systeem is verantwoordelijk voor de vulkanische activiteit op de Canarische Eilanden en begon met de vorming van vijf basaltische stratovulkanen.
Geschat wordt dat Lanzarote minstens 15 miljoen jaar geleden is ontstaan nadat de continentale tektonische platen van Amerika en Afrika uit elkaar braken. Het werd voor de verovering door de Spanjaarden bewoond door een Berbers volk, dat de majo of maho wordt genoemd.
Timanfaya ontstond tussen 1730 en 1736 dankzij kilometerslange breuken die de centrale vallei vulden met vulkaankegels en grote lavavelden. Hierdoor werd het oppervlak van het eiland met zo'n 174 km2 in westelijke richting uitgebreid. De laatste uitbarstingen dateren van 1824. Die bracht een verschrikkelijke hongersnood op het eiland teweeg, waardoor een groot deel van de bevolking werd gedwongen om te emigreren.
Sindsdien is het landschap dankzij de landbouwtechnieken van de bevolking van Lanzarote getransformeerd. Men gebruikt vulkanische 'lapillis' om de vochtigheid van de passaatwind op te vangen en zo gewassen telen. Die gewassen worden beschermd tegen de drogere winden uit Afrika door een halfrond muurtje (zie foto).